Ingediend door Nathalie van Maanen op ma /18/10/2021 - 11:30
Ruud Megens

Installaties zijn vaak niet op het gebruik toegespitst, zegt Ruud Megens, vrijwilliger bij MFA Onder d’n Plag in Demen. Daardoor lekt veel energie weg.

Tijdens een rondleiding vertelt Ruud hoe hij en zijn collega’s bij Onder d’n Plag, een accommodatie voor ontmoeten en sport, het verbruik monitoren en optimaliseren en wat ze hebben geleerd van hun ervaringen.

Flink vermogen

Ruud: "Het begon al bij de bouw. Als je met behulp van standaard modellen berekent wat de capaciteit van de installaties zou moeten zijn kom je hier uit op een fors vermogen. Door slim te kijken hoeveel energie we wanneer nodig hebben, konden we het vermogen omlaag brengen." 

Geen omkijken naar

Installaties worden zo ontworpen dat onderhoudsmonteurs er zo min mogelijk omkijken naar hebben. Die willen geen klachten. Ruud: "Door scherper naar het gebruik van het gebouw te kijken valt veel energie te besparen en heb je ook minder vermogen nodig. Ons gebruik hier is nu 0 kwh-m2-jaar."

Energie voor eigen gebruik

"Zo hebben wij bijvoorbeeld een warm water vat voor verwarming en douchewater van 1800 liter. Die was zo ingesteld dat het water ‘s morgens al op 60 graden Celsius werd gebracht met stroom vanuit het net, terwijl we het water pas ‘s avonds nodig hebben. Nu hebben we het zo ingesteld dat het water overdag met de energie van de eigen zonnepanelen en zonneboiler wordt opgewarmd zodat er rondom de trainingstijden voldoende warm water is om iedereen te laten douchen."

Image
MFA onder d'n plag

Contributie voor douchen

Ruud: "En als alle sporters hebben gedoucht is het warme water na tien uur ‘s avonds ook zo’n beetje op. Dus tegen mensen die na een half uur te hebben gedoucht nog een tijdje door willen douchen zeg ik dat het wel genoeg is geweest. We willen sporten maar ook de contributie laag houden. Daaraan kan iedereen een bijdrage leveren."

Lekker warm tosti-ijzer

Zo gaat het ook met al het energiegebruik in het gebouw. Ruud let goed op wat er in het gebouw gebeurt en kijkt aan welke knop hij het beste kan draaien. Als het nodig is gaat hij met beheerders en gebruikers in gesprek. Ruud: "We hadden hier iemand in de keuken die het tosti-ijzer open liet aanstaan, ook als er geen tosti’s werden gevraagd. Dat gaf zo’n lekker gevoel als ze er langs liep. Maar zo’n tosti-ijzer gebruikt ruim 2000 watt per uur. Dat realiseren mensen zich niet."

Niet alles tegelijk 

Zo barst Ruud van de voorbeelden waarmee hij laat zien hoe de installaties veel strakker op het gebruik worden afgestemd of juist het gewenste gebruik stimuleren. Door de installaties zo in te regelen dat niet alle ruimtes tegelijk worden verwarmd maar na elkaar, kan je met veel kleinere installaties uit de voeten. En door alleen de ruimtes te verwarmen die je nodig hebt op het moment dat je ze nodig hebt bespaar je ook veel energie.

Nul op de meter

Volgens Ruud is wel 20% energie te besparen door betere dimensionering en instelling van de installaties. Tel dat bovenop de 15% besparing die de gebruikers kunnen realiseren met aanpassingen aan hun gedrag en met een goed geïsoleerde schil kom je dan op een gebouw met een laag energiegebruik en 0 op de meter zoals bij Onder d’n Plag.

 

 

Meedoen?

Op de Maatschappelijk Vastgoeddag (9 december) kan iedereen tijdens een speciale sessie in gesprek met Ruud, Etske Thie van Floris Onderwijs en Frank Immens van Kuijpers over de vraag hoe we het gebouw en installaties beter op het gebruik kunnen afstemmen. Je kunt je hier aanmelden.

Aanmelden

 

Meer informatie

Reactie toevoegen

Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.