Op 3 juni 2013 vindt een bijeenkomst plaats bij de gemeente Oss met als doel: kijken wat we van elkaar kunnen leren en wat we kunnen meenemen als input voor de update van het Spoorboekje maatschappelijke voorzieningen. Vanuit de gemeente Oss zijn aanwezig: Désirée Meulenbroek (projectleider Voorzieningenkaart 2030), Maarten van Gaans (junior projectleider Voorzieningenkaart 2030), Chantal Snijders (senior adviseur vastgoedmanagement beheer/exploitatie, stuurgroeplid), Fons Geraedts (teamleider vastgoedmanagement, stuurgroeplid), Tonny de Louw (wijkcoördinator), Simon Franssen (directeur gemeentebedrijven, stuurgroeplid). Van buiten de gemeente Oss zijn aanwezig: Ad Pijnenborg (voorzitter Zorgcoöperatie Hoogeloon), Heinz Schiller (CEO bij SMOL Holding), Gert Boeve (voormalig wethouder gemeente Amersfoort), Maartje van Dalen (Adviseur Aestate), Jacques van den Bosch (Provincie Limburg), Ingrid de Moel (Bouwstenen voor Sociaal, Eva van Bunningen (Afstudeerstudente TU/e CME en Agentschap NL). Voorzieningenplanning in Oss Oss krimpt niet, maar een ontgroening is wel gaande. Rond Oss liggen 23 kernen waarvan een drietal dorpen een Integraal Dorps Ontwikkelingsplan (IDOP) hebben: Megen, Berghem en Deursen en omgeving. Nagenoeg alle dorpen hebben een vrij compleet aanbod aan voorzieningen (basisschool, gymzaal, buitensport en dorpshuis). Sinds 2009 werkt de gemeente op basis van het Integraal Voorzieningen Beleid (IVB). De aanleiding voor dit beleid, was de wens om door te ontwikkelen van situationele en ad hoc besluitvorming naar integrale en lange termijn besluitvorming. In 2010 is hiervoor een overlegstructuur opgezet met het middenveld. In 2011 werd aan het IVB een kleine bezuinigingsopdracht gekoppeld. In 2012 kwam daar de opdracht bij, om samen met burgers, professionele instellingen, het verenigingsleven en bedrijven te werken aan een vastgoedplanning. Dit proces heeft de naam gekregen Voorzieningenkaart 2030. Uitgangspunten bij de het opstellen van deze planning zijn: De start van de Voorzieningenkaart 2030 is al gemaakt. Gekozen is om de indeling van de binnen gemeentelijke democratie te volgen. Gekozen is om de pilot te starten in het dorpengebied Herpen. De kick-off van de pilot is op 24 juni en wordt naar verwachting op 1 oktober afgesloten. In overleg met de dorpsraad Herpen is het proces ontworpen en zijn de doelstellingen en het resultaat bepaald. Gekozen is voor een breed participatieproces. Een combinatie van vergaderen en digitale media (website, twitter). Positieve reacties op de aanpak in Oss De aanpak in Oss krijgt veel bijval; goed doordacht, helder, concreet, consistent, interactief, bottom up, van deze tijd. Blijkbaar heeft Oss een weg gevonden. De meest gestelde vraag is, wat kan het expertpanel nog toevoegen? In de keuzes die Oss maakt, vallen een aantal zaken op. Daar wordt verder over gesproken. Behoefte aan een stip aan de horizon (geen lange termijn plan) De stip aan de horizon is het jaar 2030. De ‘stip aan de horizon’ zal niet in alle gevallen vergezeld gaan van een implementatieplan. Dat kan ook niet, omdat de veranderingen op dit moment snel en soms onvoorspelbaar zijn. Op welk moment er concreet iets moet gebeuren met een voorziening - activiteiten verhuizen, verkleinen, verkopen, slopen, renoveren - is moeilijk aan te geven. De enige zekerheid is dat er op x moment met een aantal voorzieningen iets zal moeten gebeuren. Dit weten we, omdat ook Oss te maken heeft met demografische ontwikkelingen (ontgroening en vergrijzing), veranderingen op gebied van activiteiten (ouderen van de toekomst gaan niet kienen) en de gevolgen van de economische crisis (overheidsbezuinigingen). Binnen dit speelveld is gekozen om burgers maximaal de ruimte te geven om mee te denken over deze veranderingen en de gevolgen voor leefbaarheid en de huidige voorzieningen. Open vraag of heldere boodschap De insteek van de gemeente Oss komt over als een open vraag aan de gemeenschap. Is het voor de betrokkenen helder wat de mogelijkheden zijn en wordt dit ook duidelijk uitgedragen aan de bewoners? Oss denkt van wel. De opgave die vanuit het bestuur is gesteld: Per dorp- en wijkgebied anders of gelijk Oss pakt het proces per wijk- en dorpengebied aan volgens de indeling van de binnengemeentelijke democratie. Het proces kan per gebied anders worden, doordat stakeholders mogen meedenken over het proces. Het is een bewuste keuze geweest om een open en ruim kader mee te geven. De heer Boeve geeft aan dat in Amersfoort juist is gekozen voor een helder kader en voor gelijke behandeling van alle gebieden. Deze gemeente heeft besloten, dat alle buurthuizen zouden worden gesloten. Voor de gehele gemeente waren dus dezelfde kaders van toepassing. Als de aanpak per gebied varieert, bestaat de kans of het risico dat de uitkomst per gebied ook sterk verschilt. Gemeente Oss ziet dit niet als een risico, maar als een kans. Verschil is maatwerk op basis van de visie van de bewoners van een bepaald gebied. Dit brengt wel spanning met zich mee t.o.v. het gelijkheidsprincipe. De gelijke behandeling zit niet in de output - iedereen krijgt hetzelfde voorzieningenniveau of evenveel middelen - maar in het proces. Iedereen krijgt evenveel kansen om mee te denken over de toekomst. Voortbouwen op bestaande of uitlokken nieuwe dynamiek De boodschap tot sluiting van alle buurthuizen zorgde in Amersfoort in eerste instantie voor veel commotie en negatieve reacties. Vervolgens werden nieuwe initiatieven ontwikkeld en ging men zelf op zoek naar alternatieve huisvesting. De negatieve boodschap werd omgezet in een nieuwe positieve dynamiek. Deze ontwikkeling had niet plaatsgevonden als Amersfoort had voortgebouwd op het bestaande systeem. De gemeente heeft overigens gezorgd voor externe experts die de processen hebben begeleid en ook hebben geholpen met het zoeken naar nieuwe huisvesting. De huidige beleving van de bewoners is: ‘we zitten nu beter dan toen’. Sturen op inhoud of proces Oss stuurt niet zozeer op inhoud, maar kiest expliciet voor een duidelijke procesrol. Open en samen met anderen. Dat vergt van de projectleiding en stuurgroep dat men om kan gaan met een grote mate van onzekerheid. Ook moeten de participanten uit de voeten kunnen met vergissingen en fouten. Projectleiding moet ook in staat zijn om zeer snel relaties op te bouwen en vertrouwen te bewerkstellingen bij participanten bij deze nieuwe rol van de overheid. Niet de overheid die de inhoud (beleidsvisie) bepaalt, maar de overheid die ondersteunt en partner is. Opmerkingen die hierover worden gemaakt zijn: Co-creatie zonder Ko Als een dorpsraad, bewoners, professionele instellingen, het bedrijfsleven en het verenigingsleven niet mee willen werken, dan wordt co-creatie onmogelijk en zal de gemeente zelf met een plan moeten komen. We zijn benieuwd hoe de dorpsaanpak straks vertaald gaat worden naar de wijken. De sociale cohesie is daar bijvoorbeeld vaak anders. Tijdsinvestering Het proces van co-creatie vergt veel tijd. Oss kent 10 gebieden: 5 wijken en 5 dorpengebieden. Hoe lang verwacht men ermee bezig te zijn? Wel of geen houvast Voor een nieuwe aanpak is weinig houvast. Dat maakt soms onzeker. Vertrouwen in je eigen aanpak is beslist nodig, maar ook het sparren met andere partijen levert vaak nieuwe inzichten op. Wat nemen we mee voor het spoorboekje Samen met de mensen uit Oss zoomen we verder in op een aantal onderwerpen. Wat is minimaal nodig? De ondergrens is dat wat wettelijk minimaal vereist is. Vervolgens kan worden gekeken waar behoefte aan is en waar zich problemen voordoen. Daar moet zeker tijd, geld en moeite in geïnvesteerd worden. Belangrijk is de kwetsbare en minder mondige groepen ook aan het woord komen. Hun mening moet ook gehoord worden. Niet de accommodatie maar de activiteiten zouden gefaciliteerd moeten worden. Rol en opstelling overheid De rol van de overheid is om te verbinden; niet boven de gemeenschap staan, maar ertussen. Wanneer burgers zelf iets willen organiseren, lopen ze echter vaak tegen een bureaucratische muur aan. Dit vergt zeker aandacht; een burgerinitiatief mag niet vastlopen in regels. Wees transparant/open naar burgers, erken de ‘scheefheid’ tussen dorpen en ook dat de situatie eerder misschien oneerlijk is geweest. Begin met een schone lei. Echter ook in de toekomst zal een gelijke verdeling niet altijd mogelijk zijn. De gemeente kan niet in elke kern op hetzelfde moment een nieuw dorpshuis bouwen. Instrumenten en houvast Veelal wordt met richtlijnen en normen gewerkt. Bijvoorbeeld de norm bezettingsgraad. Maar wat wordt er geconstateerd met de vaststelling: ‘de bezettingsgraad is te laag’. Er zou meer duidelijkheid moeten zijn over het maatschappelijke rendement t.o.v. het vastgoedrendement. Wat mag maatschappelijk vastgoed met andere woorden kosten? Maar hiervoor kunnen moeilijk normen worden gesteld, omdat gebieden, gemeentes en inwoners van elkaar verschillen. Om het gehele proces houvast te bieden zijn we gekomen tot een lijst van beschikbare tools: Mogelijk is het belangrijkste instrument nog altijd de juiste persoon in het gesprek met de burgers te betrekken. De juiste persoon (van de gemeente) kan schakelen tussen proces, inhoud en mens. Hij of zij weet wanneer hij voor proces, inhoud of mens zelf aan zet is en wanneer hij of zij een college of externe moet invliegen. Ken je sociale omgeving en je vastgoedportefeuille en zet de burger centraal!
Bijlage | Size |
---|---|
Case Oss - verslag DEF.pdf560.51 KB | 560.51 KB |